GOED OMRINGD OUDERSCHAP
HET BELANG VAN CO-REGULATIE
Het onderzoek in de neurowetenschap heeft het laatste decennium een vlucht genomen. De inzichten rond ontwikkeling zijn enorm toegenomen. Dit heeft ook een sterke invloed op hoe we naar opvoeding en ouderschap kijken.
We krijgen meer en meer zicht op hoe ontwikkeling in elkaar steekt. Zo leren we dat de het brein van een baby nog enorm flexibel is en zich aanpast aan de omgeving waarin het terecht komt.
Daarnaast toont het ons dat ons eigen stresssysteem als ouder ook impact heeft op de regulatie van ons kind.
Het leert ons dat de kern van kinderen opvoeden niet zozeer ligt in de specifieke ‘techniek’ van het opvoeden dan wel gaat over co-regulatie. Het vergt een kalm brein om een ander brein te reguleren.
En hoe jonger het kind, hoe meer co-regulatie er nodig is en dat vergt behoorlijk veel van degenen die instaan voor de zorg van die jonge kinderen.
OUDERSCHAP ONDER DRUK
Een belangrijke factor voor een goede ontwikkeling is dus regulatie, een kalm brein bij ouders en bij kinderen.
Als we echter gaan kijken naar hoe het ouderschap vorm krijgt in de 21e eeuw zien we echter dat dit ouderschap zwaar onder druk staat door allerlei maatschappelijke ontwikkelingen.
IT TAKES A VILLAGE
Het opvoeden van kinderen is miljoenen jaren lang een taak geweest van de gemeenschap, van de familie, een zaak waarin meerdere generaties zorg op zich namen. Onze gezinsstructuren zien er de dag van vandaag in het Westen heel erg anders uit.
We moeten ouderschap heruitvinden en dat gaat voor heel wat mensen niet van een leien dakje.
MAATSCHAPPELIJKE HINDERNISSEN VOOR OUDERSCHAP
Onze ouderschapscultuur is het afgelopen decennia razendsnel moeten evolueren om de maatschappelijke wijzigingen die er plaatsvonden te kunnen volgen. Dit maakt dat de supportersclub rond gezinnen er vandaag erg anders uitziet dan pakweg 50 jaar geleden.
DE VERANDERDE SAMENSTELLING VAN GEZINNEN & VORMEN VAN SAMENLEVEN.
Waar enkele decennia geleden kinderen opgevoed werden door grote families, die vaak zelfs onder hetzelfde dak woonden en daarnaast ook binnen de gemeenschap, is er een tendens naar eilanden waarop het kerngezin als (bijna enige) verantwoordelijke opvoedingsfiguren naar voor worden geschoven.
Gezinnen zien er ook anders uit dan de 'klassieke' vorm die gekend was in het verleden (vader,moeder, kinderen).
Er zijn veel meer schakeringen en samenstellingen dag van vandaag. Alleenstaand ouderschap komt ook veel vaker voor dan voorheen.
HET GENERATIECONFLICT IN DE OPVOEDING
De manier van opvoeden is de laatste decennia ook sterk gewijzigd.
Ook dit zet het samen voor kinderen zorgen erg onder druk, waar voorheen kinderen opvoeden van generatie op generatie werd doorgegeven, varen ouders nu vaker een andere koers en hecht men meer belang aan wetenschappelijke expertise (die gepaard gaat met allerlei gevaarboodschappen).
Ouders en grootouders gaan opvoeden benaderen vanuit hun eigen referentiekader, wat ook met de nodige spanningen gepaard kan gaan en daardoor voor meer geïsoleerd ouderschap kan zorgen, in plaats van dat broodnodige netwerk rond gezinnen.
INDIVIDUALISERING
We leven binnen een Westerse samenleving waar onafhankelijkheid bijzonder hoog aangeschreven staat. Het is één van de kernwaarden waar we naar leven en streven. Afhankelijk zijn of hulp nodig hebben staat hier dus haaks op, waardoor het soms voelt als falen als we beroep doen op anderen.
ECONOMISERING
Vrouwen zijn massaal de arbeidsmarkt opgetrokken, de pensioenleeftijd is drastisch omhoog gegaan waardoor ook grootouders vaak nog aan het werk zijn, er is een vergrote sociale mobiliteit in de grootsteden waardoor jonge gezinnen vaak verder verwijderd zijn van hun netwerk en het sociaal weefsel brokkelt aan duizelingwekkende snelheid af, waardoor de eigen village een pak minder beschikbaar is geworden.
We proberen dit maatschappelijk op te lossen door die informele village aan te vullen met formele village partners zoals de kinderopvang en voor/en naschoolse opvang, maar met zijn gekende hiaten qua personeelstekort, gebrekkige subsidiëring en overbelasting vervangt dit de weggevallen 'village' rond gezinnen vaak onvoldoende.
Dit maakt dat ouderschap enorm geïntensiveerd is en zich versmald heeft naar het kerngezin waarbij soms 2, in vele gevallen ook één ouder of zorgfiguur instaat voor de zorg van één of meerdere kinderen, waarbij we dat liefst allemaal goed geregeld krijgen zonder teveel ‘afhankelijk’ te zijn van anderen.
TALENTONTWIKKELING
Binnen onze Westerse samenleving ligt er een enorme druk op talentontwikkeling, persoonlijke groei en ontplooiing.
Dit vanuit een neoliberaal idee van persoonlijke keuzevrijheid en individuele verantwoordelijkheid. Het idee of de illusie dat iedereen alle kansen krijgt in het leven als hij/zij ze maar wil benutten maakt dat we op een erg meritocratische manier kijken naar persoonlijke verdiensten. En indirect ook op ouderschap. Er ontstaat een soort “parentaal determinisme” waarbij het de slaagkansen van kinderen in deze wereld gedetermineerd lijken door de inzet en opvoeding van de ouders. Dit geeft enorm veel druk én isoleert mensen omdat er ook een competitie element is vervat zit.
Zeker wanneer kinderen het moeilijk hebben in hun ontwikkeling, levert dit vaak veel schuld en schaamte op, die niet zomaar uit de lucht komt vallen. Dit zorgt ervoor dat wanneer er moeilijkheden zijn in gezinnen het erg moeilijk is om deze te delen met de bredere omgeving. In een wereld waarin iedereen zijn ‘picture perfect’ leven kan en wil etaleren op sociale media wordt deze druk nog eens versterkt.
RISK MANAGEMENT CULTUUR
Het risicobewustzijn is de afgelopen decennia bijzonder sterk toegenomen. Deze 'risk management culture' zit breed ingebed in onze samenleving en heeft impact op zo ongeveer alle levensdomeinen, maar niet in het minst ook op ons ouderschap.
Preventie is een hot topic en wordt beleidsmatig ook sterk mee uitgedragen.
Vanaf de eerste positieve zwangerschapstest worden we als ouders voortdurend gewaarschuwd. het doen en laten van zwangere vrouwen is iets wat ons als maatschappij heel erg bezig houdt. Iets dat blijft aanhouden vanaf de geboorte van het kind en lang daarna en dat creëert voor veel ouders heel wat stress en mentale belasting.
Hier is verder ook een gigantisch marketingmodel rond opgebouwd om dat veiligheidsdenken in de praktijk te zetten (babymonitors, angel care, hekjes, speciale messen, lepels, borden, de juiste ontwikkelingsstimulerende speelgoedjes, zitjes, badstoeltjes, autostoelen, … ). Deze draagt mee bij aan die immer galmende onheilsboodschappen waarmee ouders overladen worden en veroorzaakt mee veel druk en stress.
In plaats van het vergroten van het veiligheidsgevoel zorgen al deze ‘spullen’ en ‘boodschappen’ net voor een sterk toegenomen angstgevoel wat de neiging in de hand werkt tot ‘overparenting’ - waar ouders ook weer (sociaal) voor afgestraft worden. Want de kritiek luidt dan dat ‘helicopter’- ouders die hun kind niet kunnen loslaten, 'watjes-kinderen’ kweken die niet weerbaar zijn.
VERBROKKELING VAN DE VILLAGE
Eén van de grote problemen met het ‘Risk management’ denken is dat het ouders aanmoedigt om andere volwassenen minder te zien als een bron van bescherming en meer als een potentieel gevaar.
Dit kent natuurlijk ook een duidelijke link met het post-Dutroux tijdperk, waarbij misbruik verhalen binnen allerlei instituten naar boven zijn gekomen in getallen die schrikwekkend hoog zijn. Maar de slinger is wel doorgeslagen naar de andere zijde waarbij ondertussen nog amper iemand te vertrouwen lijkt om mee zorg te dragen voor de kinderen. Dit isoleert ouders nog meer in hun positie.
EXPERT CULTUUR IN DE OPVOEDING
De kennis over opvoeden is de afgelopen decennia bijzonder sterk toegenomen. Waar het thema ouderschap en opvoeding pas sinds de jaren 70-80 een onderzoeksthema is, was het voorheen iets waar zelfs geen term voor was.
De toegenomen kennis rond opvoeden heeft ongewild als bijwerking dat dit veel extra druk creëert en dat de opvoeding tegelijkertijd door minder schouders gedragen wordt. Onze supportersclub is kleiner dan voorheen.
Dit creëert ook wel wat de paradox dat de stress die ontstaat omdat we een goede ouder willen zijn net voor meer ontregeling en spanning zorgt, terwijl onze kinderen net nodig hebben dat we ‘een kalm brein’ hebben.
DE ZELFZORGCULTUUR
Goedbedoeld is het thema ‘zelfzorg’ een hot item. Op sociale media ziet men allerlei zelfzorgtrajecten opduiken om een antwoord te bieden aan de overbelasting die ouders ervaren. Dit is echter een doekje voor het bloeden èn maakt het tegelijkertijd ook weer de verantwoordelijkheid van ouder zelf om zijn/ haar ‘teveel aan stress’ zelf op te lossen, alsof het vooral een kwestie is van het juist ‘managen’ van alle verantwoordelijkheden en taken en af en toe een warm bad met een wijntje in de hand. Ook hier zie je hoe diepgeworteld ons idee van individuele verantwoordelijkheid is, waarbij alles commercieel te verpakken is.
Los van het feit dat dit voor sommige mensen effectief helpend en ondersteunend kan zijn, legt het opnieuw de focus op eigen verantwoordelijkheid. "Ik ben zelf verantwoordelijk om alle problemen op te lossen."
DE LICENSE TO CARE
Het afbrokkelen van het sociaal weefsel heeft veel gevolgen voor de belasting op het ouderschap èn voor de ontwikkeling van onze kinderen. Mensen wonen vaker verder weg van hun netwerk en door de toegenomen hang naar privacy is het minder evident om nieuwe netwerken uit te bouwen en/of bestaat dit netwerk vaak vooral uit mensen van dezelfde generatie die met dezelfde uitdagingen worstelen.
Slechts enkele generaties geleden speelden kinderen op straat, kenden de buren elkaar goed en was er heel veel sociale controle. Die netwerken rond gezinnen vormden zich bijna op automatische wijze. In de dorpen kende men elkaar en kon men steunen op de buren als dat nodig was. Men durfde kinderen aanspreken op kattenkwaad, ook als dat die van de buren waren. Opvoeden gebeurde een stuk meer collectief dan het nu gebeurt en daar betalen we een hoge prijs voor, namelijk dat die belasting nu volledig bij de ouder komt te liggen.
Volwassenen zijn zich ongemakkelijk gaan voelen ten aanzien van andermans kinderen en minder geneigd om een rol naar hen op te nemen. Met name naar mannen toe is dit erg toegenomen en ziet men een beweging waarin zij zich meer en meer terugtrekken als potentieel rolmodel voor onze kinderen. Dit zien we binnen het informele netwerk, maar ook binnen de zogenaamde ‘zorgberoepen’ vindt men moeilijk mannen om mee zorg op te nemen voor kinderen. We hebben het over kinderopvang, onderwijs en ‘de zorg’. Dit is problematisch want jonge kinderen zien vooralsnog vooral vrouwen in die zorgende rol wat gender stereotypering nog meer in de hand werkt.
In de samenleving is er een grote terughoudendheid gekomen om zowel kinderen te helpen als hen aan te spreken. Dit heeft een grote impact op het sociaal weefsel en het contact tussen verschillende generaties en daarin modellen we voor onze kinderen weinig rond het benutten van andere zorgfiguren voor supporterschap.